Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.

• Eén van de eerste monniken die een klooster bouwde was Benedictus.
• De mensen in de tijd van Benedictus dachten te weinig aan God, vond hij.
• Het eerste klooster stond in een mooi dal bij een bos en een rivier.
• Monniken werkten op het land en verzorgden de zieken.
• Een belangrijke taak van de monniken was het drukken van boeken.
• Een werkje dat je heel secuur (precies) moet doen en wat erg lang duurt, noemen we ‘monnikenwerk.’

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.

• Om in een klooster te mogen wonen moest je 3 dingen beloven.
• Deze drie dingen waren: gehoorzaamheid – armoede - sportiviteit
• Deze drie dingen waren: gehoorzaamheid – goedheid – sportiviteit
• Deze drie dingen waren: gehoorzaamheid – armoede – kuisheid
• Monniken moesten gehoorzaam zijn aan de abt (de baas van het klooster).
• Hun eigen, mooie spulletjes bewaarden de monniken in een stevige kast.
• Een monnik mag een vrouw wel een kus geven, maar mag niet vrijen.

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.

• De meeste kloosters in de Middeleeuwen stonden in de stad.
• Kloosters werden vaak gesticht door mensen van adel.
• Vrouwen in een Middeleeuws klooster konden bidden, werken en studeren.
• De vrouwen in het Middeleeuwse klooster waren vaak erg arm.
• Sommige nonnen waren zelfs zo rijk, dat ze dienstmeisjes in dienst hadden.

Kleur de hokjes op je werkblad waarvan de zin WAAR is.

• De Germanen geloofden in meer goden, zoals Wodan en Donar.
• De Angelen geloofden in één God. Ze waren Christenen.
• De monnik Winfred wilde de Germanen gaan vertellen over Jezus Christus.
• De Germanen gaven Winfred een nieuwe naam: Bonifatius.
• Bonifatius betekent: weldoener.

De monniken versierden vaak de 1e letter van een bladzijde die ze gingen schrijven.

Het waren hele mooie tekeningetjes en leken vaak niet meer op een hoofdletter.

Ze worden INITIALEN genoemd.

Wil jij ook van die hoofdletters mooi kleuren en versieren?

Kijk dan op het werkblad.

In de kloosters gingen de monniken vaak een paar keer per dag naar de kloosterkerk om te bidden.

Tijdens de mis werd vaak gezongen in het Latijn.

We noemen dit Gregoriaanse gezangen.

Als je het YouTube-filmpje hierboven bekijkt kun je horen hoe dit klinkt.